12+
Оглавление - Nils Holgersson’s Wonderbare reis Naar het Zweedsch
- I. De jongen. De kabouter
- II. Akka van Kebnekaise. De avond
- III. ’t Leven van de wilde vogels. Op de boerderij
- IV. ’t Huis Glimmingen. Zwarte en grijze ratten
- V. De groote kraanvogeldans op den Kullaberg
- VI. In den regen. Dit was de eerste regendag op deze reis
- VII. Bij de beek van Ronneby
- VIII. Karlskrona. ’t Was een avond in Karlskrona, en de maan scheen
- IX. De reis naar Öland
- X. De groote vli
- XI. Het kleine Karelseiland. De storm
- XII. Twee steden. De stad op den bodem der zee
- XIII. Hoe Smaland geschapen werd
- XIV. De aarden kruik
- XV. De oude boerin
- XVI. Van Taberg naar Huskvarna
- XVII. Een geschiedenis uit Halland
- XVIII. Het groote vogelmeer. Jarro, de wilde eend
- XIX. De voorspelling
- XX. Het baaien kleed
- XXI. De geschiedenis van Karr en Grauwvel. Karr
- XXII. De nonnen
- XXIII. In Närke
- XXIV. De ijzerfabriek
- XXV. Het broederdeel. De oude groevestad
- XXVI. De overstrooming
- XXVII. In Uppsala. De student
- XXVIII. Donsje
- XXIX. Stockholm
- XXX. Gorgo, de arend. In het rotsdal
- XXXI. Over Gästrikland. De kostbare gordel
- XXXII. Een dag in Hälsingland. Een groot groen blad
- XXXIII. Een morgen in Angermanland. Het brood
- XXXIV. In Lapland
- XXXV. Bij de Laplanders. De begrafenis was voorbij
- XXXVI. Naar ’t zuiden, naar ’t zuiden
- XXXVII. Wermeland
- XXXVIII. De schat op de klippen. Op weg naar zee
- XXXIX. Een groot landgoed. De oude en de jonge heer
- XL. De reis naar Vemmenhög
- XLI. ’t Afscheid van de wilde ganzen